Op deze pagina beschrijven we de meest voorkomende symptomen van ventrikelseptumdefect (VSD), atriumseptumdefect (ASD), persisterende ductus arteriosus (PDA) en atrioventriculair septumdefect (AVSD). Als je er een of meer herkent, betekent dat niet automatisch dat er sprake is van een aangeboren hartafwijking. Neem bij twijfel contact op met je huisarts.
Aangeboren hartafwijkingen kunnen al voor de geboorte ontdekt worden. In de regel heeft het hart bij ongeboren kinderen al in de vierde zwangerschapsmaand de normale bouw en is het klaar. Met een echo kan de arts al voor de geboorte zien of er iets mis is met het hart.
Bij pasgeboren kinderen kan een blauwe, grauwe of juist bleke huidskleur een symptoom zijn van een hartafwijking. Ook kan het kind moeite hebben de borst of fles leeg te drinken, onvoldoende groeien en korter dan normaal huilen met een snelle, moeizame ademhaling.
Het gebeurt dat de symptomen niet direct alarmerend zijn, en zelfs onopvallend zijn. Je kunt dus een hartafwijking hebben zonder het zelf te weten. Het is vaak wel zo dat een aangeboren hartafwijking zich alsnog openbaart als je ouder wordt. Bijvoorbeeld omdat je bij geringe krachtsinspanning adem te kort komt en snel moe bent of dat er hartkloppingen ontstaan door hartritmestoornissen.
VSD Bij een VSD bepaalt de grootte van het gaatje meestal hoe merkbaar de symptomen zijn. Van kleine VSD’s merkt het kind meestal niets. Ze groeien bovendien vaak vanzelf dicht. Een groot VSD leidt bij baby’s al snel tot symptomen.
ASD Typisch voor een ASD is dat de symptomen ervan op jonge leeftijd niet altijd zichtbaar of merkbaar zijn. Vaak uiten ze zich pas na je dertigste. De meest voorkomende symptomen bij ASD zijn kortademigheid bij inspanning en hartkloppingen. Minder vaak zien we enkeloedeem of herhaalde luchtweginfecties.
PDA Bij een PDA is soms niets te merken aan de pasgeborene. Als de aandoening bekend is, wacht de arts meestal af of de verbinding zich spontaan sluit. Door gebrek aan symptomen kan het voorkomen dat een PDA pas op latere leeftijd ontdekt wordt, meestal omdat er een hartgeruis gehoord wordt.
AVSD Vaak komen symptomen van een AVSD al op jonge leeftijd tot uiting. Hoe precies, dat is afhankelijk van de grootte van de afwijking. Bij de meeste kinderen blijkt al snel na de geboorte dat er iets mis is. In minder ernstige gevallen komt een AVSD pas later aan het licht, bijvoorbeeld als het kind problemen krijgt met drinken. Een enkele keer wordt pas op volwassen leeftijd duidelijk dat er een AVSD is. Meestal is dat dan de vorm met slechts een ASD en geen of slechts een heel klein VSD.
Dyspnoe d’effort is inspanningsgebonden kortademigheid. ‘Dyspnoe’ staat voor kortademigheid en ‘d’effort’ verwijst naar inspanning. Normaal gesproken ga je dieper en sneller ademen naarmate je je meer inspant. De kortademigheid kan al optreden bij dagelijkse activiteiten zoals aankleden en wassen. In ernstige gevallen zelfs in rust, dus als je gewoon zit of ligt. Bij baby’s blijkt dyspnoe d’effort bijvoorbeeld doordat ze de fles of borst niet in een keer leegdrinken. Het kost te veel inspanning, en tussentijds is veel rust nodig. Ook overmatig zweten kan duiden op dyspnoe d’effort.
Bij de meeste aangeboren hartafwijkingen waarbij er te veel bloed door de longen stroomt, zijn de longen gevoeliger voor het oplopen van een infectie door virussen en bacteriën. Kleine kinderen met een nog ongecorrigeerde aangeboren hartafwijking hebben dan ook vaker een longontsteking.
Normaal gesproken klopt het hart met zestig à zeventig slagen per minuut. Bij inspanning neemt de hartslag toe en bij ontspanning weer af. Als het hart een of meer slagen overslaat, of juist te snel gaat zonder duidelijke reden, voelen we dat vaak als hartkloppingen. Bij hartkloppingen voel je je hart flink bonzen, of snel of onregelmatig slaan, en dat kan een onaangenaam gevoel zijn.
Enkeloedeem is een vochtophoping rond de enkels, waardoor ze dikker worden. Het vocht verzamelt zich rond het zachte weefsel en het gewricht van de enkel. De zwelling kan zich uitbreiden naar de voeten en de onderbenen.
Bij baby’s met een aangeboren hartafwijking moet het hart harder werken en hun ademhaling gaat sneller. Daardoor gebruiken ze meer energie. Ook eten ze minder goed. Het kind is sneller buiten adem en heeft te weinig energie om de fles leeg te drinken. Dit vertraagt een gezonde groei, en soms komt die zelfs tot stilstand.
Door de slechte doorbloeding en zuurstoftransport kan een grauwe, bleke of blauwe huidskleur ontstaan.
Lees meer over aangeboren hartafwijkingen, de diagnose, behandelingsmogelijkheden, de controlemomenten en mogelijke restafwijkingen